Een goede start van je moestuin begint met een plattegrond. Daarmee zie je precies waar je welke plant wilt zetten. Je voorkomt dat planten te dicht op elkaar staan of juist te veel ruimte overhouden. Ook kun je rekening houden met hoeveel zon elke plek krijgt. Met een plattegrond werk je overzichtelijk en kun je vooruitkijken naar het hele seizoen. Dat geeft rust en maakt het tuinieren leuker.

Waarom een plattegrond handig is

Zonder een plattegrond is het makkelijk om planten lukraak neer te zetten. Vaak merk je dan pas later dat er problemen ontstaan. Sommige planten worden groter dan je dacht, anderen krijgen te weinig zon. Met een plattegrond voorkom je dit. Je plant bewuster en weet precies waar je wat hebt gezaaid. Ook is het handig als je wisselteelt wilt toepassen. Zo weet je volgend jaar waar je een andere soort moet zetten.

Wat je nodig hebt voor de plattegrond

Een plattegrond maken kan met pen en papier, maar ook op de computer. Teken eerst de vorm van je tuin of bakken. Meet de afmetingen goed op. Teken paden, randen en plekken waar bijvoorbeeld een compostbak staat. Geef ook aan waar de zon vandaan komt. Dat helpt bij het kiezen van de juiste plek voor zonminnende planten. Vergeet niet om je tekening overzichtelijk te houden. Dan kun je hem later makkelijk teruglezen.

Waar je op moet letten bij het indelen

Bij het maken van je plattegrond is het belangrijk om rekening te houden met hoeveel ruimte een plant nodig heeft. Een courgette neemt veel meer plek in dan een radijs. Zet grote planten niet te dicht bij elkaar, want dan nemen ze licht en lucht weg. Kleine planten passen vaak goed tussen of naast grotere soorten. Let ook op de hoogte. Lage gewassen zet je liever aan de zuidkant, zodat ze geen schaduw krijgen van hogere planten.

Zon en schaduw goed verdelen

De meeste groenteplanten houden van zon. Als je tuin veel schaduwplekken heeft, is het handig om juist daar planten te zetten die daar beter tegen kunnen. Denk aan sla, spinazie of rucola. Tomaten, paprika’s en courgettes doen het juist goed op zonnige plekken. Als je weet waar de zon staat gedurende de dag, kun je hier slim op inspelen in je plattegrond. Zo krijgen alle planten wat ze nodig hebben.

Combinaties van planten kiezen

Sommige planten passen goed bij elkaar. Ze helpen elkaar groeien of houden ongedierte weg. Andere soorten gaan juist niet samen. Het is slim om hier alvast over na te denken bij het maken van je plattegrond. Zet bijvoorbeeld wortels naast uien, want die beschermen elkaar tegen bepaalde insecten. Zet geen aardappels naast tomaten, want die hebben dezelfde ziektes. Door dit vooraf te plannen, voorkom je problemen in het seizoen.

Denk aan wisselteelt

Bij wisselteelt wissel je elk jaar de plek van je planten. Dat is beter voor de bodem. Bepaalde gewassen gebruiken veel voedingsstoffen, andere minder. Als je elk jaar dezelfde plant op dezelfde plek zet, raakt de grond uitgeput. Met een plattegrond kun je bijhouden wat waar stond, zodat je dit het jaar erop kunt aanpassen. Dit helpt om je grond gezond te houden en geeft vaak betere oogst.

Maak ruimte voor bloemen of kruiden

Je kunt bloemen en kruiden tussen je groenteplanten zetten. Ze trekken bijen en andere nuttige insecten aan. Ook houden sommige bloemen luizen of andere plagen weg. Denk aan goudsbloemen, bieslook of basilicum. Als je op je plattegrond ruimte maakt voor zulke planten, heb je daar later plezier van. Ze zijn niet alleen nuttig, maar maken je tuin ook mooi en geurig.

De indeling per seizoen plannen

Niet alle planten groeien het hele jaar door. Sommige soorten zet je in het voorjaar, andere in de zomer of het najaar. Met een plattegrond kun je plannen welke plek later nog vrijkomt voor een nieuwe soort. Zet bijvoorbeeld eerst spinazie in een vak, en later sperziebonen. Door hier vooraf over na te denken, haal je meer uit je ruimte. Je gebruikt elk stukje grond zo lang mogelijk, zonder dat het te vol wordt.

Houd je plattegrond bij

Tijdens het tuinieren verandert er soms iets. Je zaait iets anders dan je eerst van plan was, of verplaatst een plant. Pas je plattegrond dan aan. Zo blijft hij kloppen. Aan het eind van het seizoen kun je aantekeningen maken over wat goed ging en wat beter kan. Die informatie is handig voor het volgende jaar. Je bouwt zo ervaring op, en je moestuin wordt elk jaar beter georganiseerd. Met een goede plattegrond werk je gestructureerd en met plezier aan je tuin.